Afgestompt naar de stembus
Dankzij internet, hyves en twitter bloeit het gerucht als krachtig communicatiemiddel, zo bleek in de dagen voor en na Koninginnedag. Zou Beatrix haar abdicatie aankondigen, was er een zwarte man uit de auto De verzuchting klinkt alom: mag dit gedebatteer, dit getwitter afgelopen zijn? Geef dat biljet, we vullen wat in, en ga dan zo snel mogelijk opzij, want jullie belemmeren het zicht op de voorbeschouwers van het WK.
Politiek en reclamerages vallen in deze verkiezingen nagenoeg samen. De steden en straten kleuren al oranje, de voedselketens storten via de tv hun druiperige oranje frutseltjes de huiskamers in. Vanaf maandag zullen ze weggevaagd worden door AH die “na de wuppies en de welpies”“ nu de beesies over het land uit zal storten, gesteund door de Oranjespelers zelf, want: leuke deal gemaakt met Unilever, de medesponsor van Oranje.
En tussen al die Oranje-rommel door kwekken de politici op alle zenders, alle uren, en in alle oude en nieuwe media die de wereld anno 2010 rijk is. Deze kongsi tussen media en reclame, en tussen politiek en media wordt zowel de fabrikanten, de media als de politici fataal. Over al deze campagnes zal lang nagepraat worden, met als hoofdvraag: waarom lieten we ons gek maken? Want de schatting die we nu al kunnen maken is dat de hoeveelheid mediapolitiek omgekeerd evenredig kan worden aan de opkomst. Het risico groeit namelijk dat velen mensen afgemat zullen zijn om de gang naar het stemlokaal te maken.
We kijken vol verdwazing toe hoe de machine dol aan het draaien is. En we vragen ons af: wat is hier misgegaan, wat hebben we radicaal over het hoofd gezien? Enkele van de fundamentele vragen in de hele mediacratie “markt, media, politiek” zijn deze: moeten we meer geld uitgeven om nieuwe klanten/kiezers te werven, of moeten we het geld uitgeven om de bestaande behouden? En ook deze. Gaat die oude slogan nog wel op: de kracht van de reclame is de herhaling? Ofwel hoe meer reclame hoe beter? In de reclamewereld maken reclamemakers en mediaconsultants inmiddels zelf bezwaar tegen de neerwaartse spiraal waarin, vooral, de tv-reclame terecht is gekomen. Steeds minder bereik “wat de prijs per minuut drukt – dus steeds meer reclame. Hilversum probeert de dalende reclame-inkomsten te keren met steeds langere reclameblokken. Deze misvatting wordt gedreven door even veel wanhoop als minachting. Tot een ondergeschikte het waagt zijn vinger op te steken. Bijvoorbeeld bij SBS. Als daar om half negen een film van anderhalf uur begon, kon je zes reclameblokken verder “een onderbreking van het Hart van Nederland” na middernacht zien hoe die film afliep. Daar is SBS met stille trom mee opgehouden. Misschien omdat die geheimzinnige kijkkastjes die bij vrijwilligers thuis alles meten, zelfs niet eens meer boven de 1% uitkwamen.
De machinale meting van kijktijd en waardering domineerden de reclame en heel Hilversum, en domineren nu ook het verkiezingsgekrakeel. Terwijl de echte vernieuwing ligt in de digitaal te onderzoeken electorale geografie, laten de politici zich gek maken door dit soort cijfers. Politieke debatten waren altijd al entertainment, die lijken op het kijken naar een voetbalwedstrijd. Iedereen heeft commentaar, maar iedereen wil dat zijn eigen club wint. Ik heb nog nooit gehoord dat een Feyenoorder plotseling Ajax-fan werd nadat Ajax had gewonnen. Net zo min trouwens als ik iemand ken die zo’n kijkersmeetkastje thuis heeft, of iemand ként die zo’n ding heeft staan. Misschien bestáán die dingen wel helemaal niet. Maar mythes sterven langzaam.
Wat is de oplossing? Die is simpel: minder is beter, en imitatie is funest. Een lijsttrekker in RTL Boulevard is zó 2006. Twee pagina’s gevuld met een politiek ganzenbord, tja. Chattende politici zijn sneu. En een lijsttrekker die dagen lang in alle media nóg eens mag vertellen over die geweldige grap “U kunt me alles verwijten, maar niet dat ik te vroeg gepiekt heb” eveneens. Nu alles lollig moet zijn is de grap hiervan namelijk dat die grap zijn piek wás.
Waar dit politieke ballenbad toe leidt is net als bij Ikea. Daar vraagt een omroeper soms dringend wie een zwart schoentje is kwijt geraakt, of een blond meisje van zes. Zo’n ballenbad is leuk, maar het is lastig er op een fatsoenlijke manier weer uit te komen. Met, zeg, acht partijen die in de media echt meedoen en, zeg, ook acht mediavormen ” van krant, radio en tv, tot twitter ” doet het resultaat me denken aan de welbekende “raadsels van het schaakbord”. Het eerste is de vraag: hoeveel vierkanten zie je? Tel, tel, tjee, wel 204. Het andere is de legende over de uitvinding ervan. Koning Shiras verveelde zich, gaf opdracht een spel te bedenken met veel variatie. Het werd het schaakspel. Als dank mocht de bedenker vragen wat ie wou. “Sire, geef me één graankorrel voor het eerste vakje, het dubbele voor het tweede, enzovoort”. Zo veel graan bleek er op aarde niet te vinden te zijn, en als dat wel zo was, besloeg het “opgestapeld tot 1 meter hoog” de oppervlakte van half Europa.
Terwijl wij mensen dus verdrinken in de politiek, is het wel ironisch dat de enige originaliteit geleverd wordt door een partij die er helemaal niet is voor ons mensen. Bij Schiphol is een akker van 3,5 hectare met, jawel, graan ingezaaid met de reclameboodschap van de partij: kies nu partij voor de dieren. En voor diegenen die niet permanent opstijgen en landen, is er nu een megabillboard van 20 bij 5,8 meter geplaatst. Toegegeven, die borden zijn ook afgekeken van het CDA, maar als je er langs rijdt is het bord te midden van al het gekakel een lust voor het oog. In al zijn eenvoud en stilte straalt het kracht uit. Het hele electoraat mag zweven, of nog steeds de weg zoeken uit het politieke ballenbad, of al lang in de zon zitten, dit bord zal een zetel opleveren. Één heldere boodschap,origineel gebracht, loont.
Voor veel andere politici geldt wat Voltaire zei: “Het geheim van vervelend zijn is alles te vertellen”.